Korte samenvatting

De specialistische inzichten uit de neurologie, orthomoleculaire geneeskunde, endocrinologie, immunologie, natuurgeneeskunde, neurobiologie, (klinische) psychiatrie en psychologie leiden tot meer inzicht in hoe het het ‘neuro-immuno-endocriene systeem’ (systeem waarbij hersenen, immuunsysteem en hormonen samenhangen) functioneert, waardoor inzichtelijk kan worden gemaakt welke oorzaken ten grondslag kunnen liggen aan 'bipolaire ontremmingen'. Omdat het gebruik van medicatie bij mij niet leidde tot herstel, ben ik zelf in kaart gaan brengen welke (mogelijke) oorzaken ten grondslag (kunnen) liggen aan de bipolaire stoornis:

  1. Genetisch: Het FAT-gen en het G72-gen
  2. Schildklierafwijking
  3. Ondermethylering
  4. Histadelie
  5. Foliumzuurtekort
  6. Magnesiumtekort
  7. Oxidatieve stress
  8. Te hoge koper-waarde
  9. Vitamine D3 tekort
  10. Ontregeling van de biologische klok
  11. Fysieke en/of emotionele stress
  12. Een lekkende darm
  13. Het herpes-virus
  14. Auto-immuunziekten, zoals bijvoorbeeld coeliakie
  15. Verhoogde ontstekingswaarden

 

In mijn ogen is het zinvol om bij een diagnose 'bipolaire stoornis' mensen te laten testen op bovenstaande, mogelijke oorzaken en de resultaten hiervan mee te nemen in de behandeling. Dit kan bijvoorbeeld bij pro health te Weert. Helaas wordt dit onderzoek niet vergoed.  

 

De bipolaire stoornis, van gevolg naar oorzaak ...

De richtlijn bipolaire stoornissen biedt psychiaters een concreet handvat voor het diagnosticeren en behandelen van patiënten met een bipolaire stoornis. Opvallend is echter dat in deze richtlijn geen aandacht wordt besteed aan de (mogelijke) oorzaken van de stoornis. De vraag is of een goede behandeling van de stoornis mogelijk is, als de (mogelijke) oorzaken buiten beschouwing worden gelaten.

In 2008 is bij mij de diagnose 'bipolaire stoornis' gesteld. Ondanks de intensieve psychiatrische zorg die ik sindsdien heb gekregen, ben ik in de afgelopen jaren keer op keer ontremd, met alle gevolgen van dien. Omdat bij mij de reguliere behandeling (medicatie en psycho-educatie) niet tot een vermindering van de psychische klachten leidde, ben ik het op een gegeven moment 'zelf maar gaan uitdokteren', door op internet op zoek te gaan naar de (mogelijke) oorzaken van mijn psychische stoornis, en de hiermee samenhangende, mogelijke oplossingen. De zoekopdracht 'oorzaken bipolaire stoornis' leverde echter weinig nieuws en concreets op, en zeker geen praktische handvatten voor een alternatieve behandeling, of aanpak, om mijn klachten te doen verminderen. Ik zat op een dood spoor, totdat …

In november 2012 wezen vrienden mij op de Labyrinth-aflevering 'Het ontstoken brein', waarin Drexhage de relatie tussen het immuunsysteem en psychiatrische aandoeningen aankaart. Hij spreekt van het ‘neuro-immuno-endocriene systeem’, waarbij hersenen, immuunsysteem en hormonen samenhangen. Patiënten die lijden aan schizofrenie of manische depressiviteit hebben opvallend vaak een schildklierafwijking of andere auto-immuunaandoening. Auto-immuunziekten ontstaan doordat het immuunsysteem lichaamseigen cellen en stoffen als lichaamsvreemd ziet. Het lichaam gaat dan antistoffen tegen de eigen weefsels vormen. Drexhage ontdekte dat bij patiënten met een psychiatrische aandoening afweercellen actief zijn. Deze cellen zorgen voor een ‘ontsteking’ in het brein, waardoor de hersenen niet meer gezond functioneren. Deze ontdekking biedt de mogelijkheid om een nieuw soort medicijnen toe te passen: ontstekingsremmers. Kinderen van manisch depressieve ouders blijken een verhoogde kans te hebben op zowel manische depressiviteit als auto-immuunziekten. Bij eeneiige tweelingen bleek dat in sommige gevallen de één een manische depressie heeft en de ander een auto-immuunziekte. Beide ziektes moeten dus van dezelfde groep genen komen. Klein geeft in de documentaire aan dat ook hij erkent dat de hersenen ‘ontstoken’ zijn, maar dat het welbekende herpesvirus ten grondslag kan liggen aan psychoses.

De inzichten van Drexhage hebben mij aan het denken gezet. Als mensen mij vragen hoe het is om manisch/ psychotisch te zijn, dan noem ik dit altijd de 'periode te', een tijd waarin ik extreem 'voel'. Mijn ratio speelt een ondergeschikte rol, want ik handel dan voornamelijk op basis van mijn gevoel. Tijdens een dergelijke episode heb ik last van heftige woede-uitbarstingen, een hoog libido, ben ik euforisch (waar ik ook in stilte erg van kan genieten), voel ik een 'extreme' genegenheid voor mensen die lief voor mij zijn en kan uren ik achter elkaar dansen en creatief bezig zijn (schrijven en video's maken). Ik reageer tijdens een dergelijke episode heel erg heftig op het gedrag en de uitstraling van andere mensen. Ook de hypothese van Klein, namelijk dat het herpesvirus een rol kan spelen bij psychiatrische klachten, deed een lichtje bij mij branden. Na mijn tweede manische episode (begin 2010) ben ik tien dagen opgenomen in het ziekenhuis, omdat ik in mijn gezicht last had van het herpes zoster virus (gordelroos). Blindheid behoort dan tot de mogelijke risico's. Gelukkig is dit door tijdig en adequaat ingrijpen van de bedrijfsarts, de huisarts en de medisch specialisten in het ziekenhuis voorkomen.
Op basis van de bevindingen van Drexhage ben ik in eerste instantie nagegaan of er bij mij sprake kon zijn van een mogelijke schildklierafwijking. De schildklier scheidt de volgende hormonen af, namelijk tri-joodthyronine (T3), thyroxine (T4) en calcitonine. Schildklierhormonen verhogen het aantal catecholamine-receptoren op de celmembraan (met een effect op hartfrequentie). Catecholamines zijn chemische verbindingen, afgeleid van het aminozuur tyrosine. De meest voorkomende catecholamines zijn de stresshormonen adrenaline, noradrenaline en het het 'gelukshormoon' dopamine. Catecholamines worden, onder andere bij angst, door de bijnieren als hormonen uitgescheiden.

Een verhoogde TSH (thyreoïdstimulerend hormoon), hoger dan 4,0 mE/L, betekent meestal dat de schildklier te weinig schildklierhormoon maakt (er is sprake van een ‘trage schildklier' oftewel hypothyreoïdie). Een lage schildklierfunctie kan onder meer leiden tot depressies en psychoses en kan worden opgespoord door de TSH, T3 en T4-waarden in het bloed te bepalen. Hyperthyreoïdie, met als mogelijke oorzaak de ziekte van Graves, is een aandoening waarbij er een teveel aan schildklierhormoon in het bloed aanwezig is, wat kan leiden tot prikkelbaar gedrag, angst en een gejaagd gevoel. Tijdens het gebruik van Lithium zijn mijn bloedwaarden twee keer gecontroleerd. In beide gevallen waren de T3 en T4-waarden normaal, maar lag de TSH-waarde (ver) boven de referentiewaarde van 4,0 mE/L. Dit kon dus wijzen op een lage schildklierwerking, maar uit andere bloedtest-uitslagen kwam geen te hoge TSH-waarde naar voren.

Daarom ben ik op internet verder gaan zoeken, met als zoekopdracht 'hormoonhuishouding en bipolaire stoornis'. Ik kwam al snel uit op de website www.levendvoedsel.nl en daar is het volgende te lezen. Als er sprake is van een gevoeligheid voor gluten (met als mogelijke oorzaak coeliakie, een auto-immuunziekte), een allergie voor melkproducten of een intolerantie voor biogene aminen, waartoe histamine, tyramine en serotonine behoren, kan het histaminegehalte flink stijgen. Een verhoogd histaminegehalte, of histamine-intolerantie, wordt ook wel histadelie genoemd. Dit kan tevens worden veroorzaakt door een tekort aan, of geringe werking van, de enzymen diaminoxidase (DAO) en histamine N-methyltransferase (er is dan sprake van 'ondermethylering'), die beiden een taak vervullen bij de afbraak van histamine. Biogene aminen zijn stoffen die het lichaam zelf aanmaakt, maar ze komen ook voor in ons voedsel, en hebben onder meer invloed op de zenuwuiteinden, de neurotransmitters (ofwel de 'prikkeloverbrengers'), de hormoonhuishouding, de bloedsomloop, de ademhaling, het slaapritme, en ons humeur en gedrag. Bij een intolerantie reageert het lichaam ongewoon op een bepaalde stof, zonder dat hierbij het immuunsysteem betrokken is. Dit in tegenstelling tot een allergie, waarbij het immuunsysteem zorgt voor een reactie op lichaamsvreemde stoffen. Als er sprake is van zowel allergische en intolerante reacties in het lichaam, dan wordt er gesproken over een gevoeligheid.

Histamine komt in redelijk grote hoeveelheden in de hersens voor, waar het als neurotransmitter fungeert. Histamine reguleert onder andere de slaapprocessen en zorgt ervoor dat men zeer waakzaam, alert en wakker is. Pfeiffer geeft in zijn boek 'Nutrition and mental illness' aan dat bij een te hoog histaminegehalte adrenaline vrijkomt. De stof cortisol, die in de bijnieren voorkomt, reguleert de afgifte van adrenaline. Adrenaline, een stresshormoon, is tevens een neurotransmitter en wordt geproduceerd in het bijniermerg. Adrenaline komt in grote hoeveelheden vrij bij angst en stress, maar ook bij woede, kou, hitte, pijn en fysieke arbeid. Het verhoogt de alertheid en geeft energie, maar is schadelijk als het in te grote hoeveelheden, of te langdurig, vrijkomt. Door een te hoog histaminegehalte neemt ook het serotoninegehalte af. Serotonine heeft invloed op stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit en eetlust en heeft een kalmerende en rustgevende werking. Het speelt ook een rol bij de verwerking van pijnprikkels. De stof wordt afgegeven door neuronen in de hersenen die naar verschillende onderdelen lopen, waaronder de prefrontale cortex. Dit gebied speelt een belangrijke rol bij onder andere verslaving en agressie. Serotonine werkt als regulator van het dopamine-systeem. Dopamine speelt een grote rol bij het ervaren van genot, blijdschap en welzijn. Een overschot aan dopamine kan echter psychoses veroorzaken. Een tekort aan serotonine kan leiden tot hallucinaties, maar ook tot depressieve en angstige gevoelens.

Walsh, auteur van het boek 'Nutrient Power: Heal Your Biochemistry and Heal Your Brain', heeft onderzocht welke biochemische oorzaken bepalend zijn bij de bipolaire stoornis. Op basis van zijn onderzoek, uitgevoerd onder 1500 mensen met een bipolaire stoornis, komt hij tot de conclusie dat er bij 38 procent van de patiënten sprake is van ondermethylering, hetgeen leidt tot een hoger histamine-gehalte. Walsh gebruikt deze term voor histadelie, wat (voor mij) verwarrend is, omdat ook een tekort aan, of een verkeerde werking van, het enzym DAO kan leiden tot teveel histamine in het lichaam. Lage waarden van calcium, magnesium, methionine, foliumzuur, en een tekort aan vitamine B6, kunnen wijzen op ondermethylering. Dit kan worden aangetoond op basis van een bloedtest. Een te hoog histaminegehalte, door een tekort aan DAO, kan worden opgespoord met een bioresonantie test, of met een bloedtest (DAO waarde).
Bij 20 procent van de patiënten werd door Walsh een foliumzuurtekort geconstateerd, meestal in combinatie met een tekort aan vitamine B12. Een tekort aan foliumzuur kan bij verschillende ziektes optreden, maar tevens door het gebruik van bepaalde medicijnen. Ook door het eten van eenzijdige voeding, alcoholisme en bij zwangerschappen kan een tekort ontstaan. Foliumzuur speelt een belangrijke rol bij het tegengaan van een verhoogd noradrenaline-gehalte in de hersenen, en het beïnvloed de dopaminespiegel. Foliumzuur (vitamine B11 of vitamine B9 genoemd) en Vitamine B12 zijn samen nodig voor de vorming van rode bloedcellen en de synthese (totstandkoming op basis van een chemische reactie) van het DNA. Een vitamine B12-tekort leidt tot een extreme gevoeligheid voor prikkels, geluid, licht, stemmingen en ‘energieën’ van andere mensen. Men wordt en is heel lichtgeraakt, kwetsbaar, prikkelbaar en schrikachtig. Daarnaast leidt het tekort ook tot vermoeidheid en depressies. Foliumzuurtekort kan worden opgespoord middels een bloedtest (foliumzuur en vitamine B12).
Walsh trof bij 17 procent van de mensen met een bipolaire stoornis een te hoog koper-gehalte in het bloed aan. Hier kunnen zowel de ziekte van Wilson, een zeldzame stofwisselingsziekte, waarbij koper zich opstapelt in de lever, of het syndroom van Menkes, een rol bij spelen. Bij een te hoog koper-gehalte, en te weinig zink in het bloed, kan het zijn dat de stof metallothioneine haar werking niet goed doet, waar het post vaccinaal syndroom (vaccinatieschade) de oorzaak van kan zijn. Een van de belangrijkste functies van dit eiwit is de bescherming tegen zware metalen. Een te hoog koper-gehalte verlaagt het dopamine-niveau en zorgt voor een toename van noradrenaline in de hersenen. Noradrenaline versnelt de hartslag, en verhoogt de bloeddruk, en is een in het lichaam voorkomende neurotransmitter en hormoon. Noradrenaline wordt in het bijniermerg geproduceerd en heeft een sterk opwekkende werking. Over het algemeen voelen mensen met te weinig noradrenaline zich depressief. Mensen met een teveel aan noradrenaline zijn euforisch en opgewonden, of gespannen en angstig. Dit hangt af van de stemming en/of van andere neurotransmitters, zoals onder andere serotonine. Young en Van Praag geven aan dat bij de verschillende vormen van depressie altijd rekening dient te worden gehouden met de balans tussen noradrenaline en serotonine, want serotonine heeft een uitwerking op andere neurotransmitters, zoals noradrenaline, dopamine en endorfine. Uit onderzoek blijkt dat een disbalans tussen dopamine/ noradrenaline en serotonine kan leiden tot zelfmoord(gedachten) en impulsief en dwangmatig gedrag. Een te hoog koper-gehalte wordt vastgesteld middels een bloedtest.

Bij 15 procent van de onderzochte mensen was er sprake van oxidatieve stress, wat ook wordt aangeduid met pyroluria, kryptopyrroluria of 'pyrrole disorder'. Oxidatieve stress is een stofwisselingstoestand, waarbij een meer dan normale fysiologische hoeveelheid reactieve zuurstofverbindingen in de cel gevormd wordt, of aanwezig is, en kan ontstaan door onder andere overmatig alcoholgebruik, roken, medicijngebruik, lichamelijke of psychische stress, te lange blootstelling aan de zon, luchtvervuiling, intensief sporten of overgewicht. Ook genetische factoren kunnen een rol spelen. Bij deze vorm van stress moeten de cellen in het lichaam meer energie gaan gebruiken om het celmembraan in goede staat te houden. Omdat dit ook de proteïnen (eiwitten) aantast, wordt door de oxidatieve stress het DNA beschadigd. Oxidatieve stress leidt tot vitamine B6- en zinktekorten. Vitamine B6 is betrokken bij de biosynthese van ten minste vier belangrijke neurotransmitters, namelijk serotonine, dopamine, adrenaline en noradrenaline en is een essentieel component in de omzetting van tryptofaan in serotonine. Een lage vitamine B6 status is dus verantwoordelijk voor lage serotonineniveaus. Zink speelt een belangrijke rol bij het functioneren van de hersenen en een tekort van deze stof kan onder meer leiden tot woedeaanvallen en depressies. Door de MDA-spiegel (malondialdehyde, te onderzoeken met een bloedtest) te bepalen, kan oxidatieve stress aan het licht komen. Zeker als er ook sprake is van een vitamine- en zinktekort (vitamine B6).
Walsh toont tenslotte in zijn onderzoek aan dat bij 5 procent van de bipolaire patiënten sprake is van toxicatie, veroorzaakt door blootstelling aan vergiftigende middelen. Bij 5 procent is sprake van een 'overige' oorzaak. Laten we voor het gemak deze categorie als 'onbekend' bestempelen.

Campbell zegt in haar boek ‘Gut and psychology syndrome’ (2010) dat wel eens één op de tien pyschiatrische aandoeningen te wijten zou kunnen zijn aan vergiftiging vanuit de darmen. Als de darmen niet goed functioneren, heeft dat effect op de rest van je lichaam. Ook op je hersenen. Zo worden het gluten eiwit en het melkeiwit caseïne vooral in een slecht darmmilieu (dat niet zuur genoeg is) niet goed verteerd. Ze veranderen dan in moleculen die vergelijkbaar zijn met opiaten zoals morfine en heroïne. Als die in de bloedbaan komen, kunnen ze bepaalde gebieden in de hersenen blokkeren (of deblokkeren, afhankelijk van hoe je dat beleeft ).
Opportunistische darmbacteriën die in te grote getale in de darm aanwezig zijn, produceren gifstoffen (neurotoxins) die effect hebben op je brein. Heb je een gezonde darmwand dan komen die gifstoffen niet in de bloedbaan. Bij een lekkende darmwand wel. Ook kan het zijn dat het myeline, de bescherming van hersencellen en zenuwdraden, beschadigd wordt door een teveel aan acetaldehyde. Acetaldehyde ontstaat als bijproduct van de vertering van alcohol of als de candida-schimmel glucose verteert tot alcohol. Ook bindt acetaldehyde aan eiwitten en kan daardoor bepaalde vitamines onbruikbaar maken, zoals vit B6. En B6 is dan weer een co-factor in de productie van neurotransmitters.

Ook teveel psychologische stress kan (mede) ten grondslag liggen aan een manisch-depressieve stoornis. (Niet verwerkte) emoties, heftige gebeurtenissen en trauma's kunnen veel innerlijke stress veroorzaken.

Stress betekent in principe druk en spanning. Stress beïnvloedt onder meer de werking van het centrale zenuwstelsel, de bijnieren, de lever, de longen en de maag. Bij stress zet het centrale zenuwstelsel de hypothalamus, de hypofyse en de bijnieren aan tot verhoogde activiteit. Verschillende hormonen komen hierdoor vrij, waaronder de stresshormonen cortisol, adrenaline, noradrenaline en de hormonen endorfine en ACTH. ACTH (Corticotropine of adrenocorticotroop hormoon) werkt in op de bijnierschors en stimuleert de aanmaak van corticosteroïden die diverse lichamelijke reacties bij ontstekingen en infecties onderdrukken. Een voorbeeld van zo'n corticosteroïde is cortisol. Maar ook androgenen (sekssteroïden) worden hierdoor aangemaakt. ACTH speelt ook het een rol bij de biologische klok en prikkelt de bijnieren om extra cortisol aan te maken in het bloed. Het bekendste androgeen is het hormoon testosteron, dat bij zowel mannen als vrouwen het libido verhoogt.
Cortisol zorgt voor de bloedsuikerconcentratie en versnelt het stofwisselingsproces. Tevens geven de bijnieren, door de toename van cortisol, extra adrenaline en noradrenaline af in de bloedbaan, waardoor het hart sneller gaat kloppen. Adrenaline is de aanjager voor de werking van de spieren en de hersenen. De hippocampus, een hersengebied dat belangrijk is voor leren, onthouden en navigeren, merkt verhoogde cortisolspiegels op, en schroeft de aanmaak van dat hormoon vervolgens terug. Chronische stress beschadigt de hippocampus, waardoor het cortisolniveau hoog blijft en de hippocampus nog meer beschadigt. Bij een tekort aan cortisol kun je je niet goed beheersen, hetgeen kan leiden tot woede-uitbarstingen en agressief gedrag. Cortisol is een hormoon dat gemaakt wordt in de bijnierschors (uit cholesterol) en speelt een rol bij de vertering van voedsel, het slaap-waakritme en het afweersysteem. Bij toepassing als geneesmiddel kan het worden ingezet als ontstekingsremmer bij allergische reacties, bij longaandoeningen (COPD) en tal van dermatologische condities zoals ernstige vormen van eczeem. Als het cortisolniveau chronisch verhoogd is, wordt het immuunsysteem aangetast.

De lever geeft bij stress opgeslagen suiker vrij, dat nodig is bij een stressreactie en een verhoogde paraatheid van het lichaam. Tevens zorgt de lever voor een stijgende concentratie cholesterol in het bloed, dat als extra brandstof dient. De longen regelen een snellere ademhaling, die nodig is om extra alert te zijn en om het hart sneller te kunnen laten kloppen (noodzakelijk voor extra activiteit en inspanning). De maag krijgt bij stress een seintje om de spijsvertering op een laag pitje te zetten. Dit om geen energie te verspillen. De zweetklieren worden door stress tot verhoogde activiteit aangespoord. De transpiratie neemt toe om de warmte af te kunnen voeren die een verhoogd energielevel bij alertheid, verhoogde activiteiten en paraatheid met zich meebrengt. Stress brengt dus heel wat teweeg in het lichaam. Uit onderzoek komt naar voren dat overmatige of langdurige stress negatieve effecten heeft op ons lichaam. Door stress worden de hormonen in ons lichaam zo sterk geactiveerd en overprikkeld dat we uit (hormonaal) evenwicht raken. Stresserende omstandigheden en hun invloed op het hormonale systeem blijken ook een negatieve invloed op ons geheugen en immuunsysteem (weerstand) te hebben. Door stress wordt de hoeveelheid T-cellen in ons lichaam aangetast. T-cellen vervullen een belangrijke functie in de afweer tegen virussen en bacteriën.

Familieonderzoek, tweelingstudies en adoptiestudies hebben aangetoond dat genetische factoren een rol spelen bij bipolaire stoornissen. De betrokkenheid van het FAT-gen en het G72-gen zijn bij de bipolaire stoornis inmiddels vastgesteld. Het FAT-gen heeft invloed op een eiwit dat zorgt voor de connecties tussen hersencellen. Het G72-gen wordt het D-amino acid oxidase activator (DAOA) gen genoemd, en lijkt de activiteit van D-amino acid oxidase (DAO) te beïnvloeden. D-amino oxidase (DAO) helpt histamine af te breken. Wanneer er te weinig DAO is, neemt de hoeveelheid histamine in het bloed toe.
Tenslotte heb ik op internet gevonden dat een tekort aan water in de hersenen, een tekort aan vitamine D en een tekort aan omega-3 vetzuren het psychisch welbevinden negatief kunnen beïnvloeden. Onze hersenen bestaan voor ongeveer acht procent uit omega-3 vetzuren. Uit onderzoek blijkt dat een tekort aan omega-3 invloed heeft op impulsief en agressief gedrag. Mensen die betrokken zijn geweest bij een geweldsdelict hebben vaak een tekort aan omega-3 vetzuren. Omega-3 wordt ook in verband gebracht met depressies. Sempels en Sienaert komen tot de conclusie dat omega-3 vetzuren, toegevoegd aan een bestaande onderhoudsbehandeling met psychofarmaca voor de bipolaire stoornis, hoogstens een gering gunstig effect op depressieve symptomen hebben. Er is geen duidelijk effect aangetoond op manische symptomen.
Batmanghelidj, auteur van het boek 'Water – het goedkoopste medicijn', heeft meer dan twintig jaar klinisch en wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de rol van water in het lichaam. De hersenen bestaan voor 85 procent uit water. Water is van primair belang voor de overdracht van zenuwprikkels in de hersenen. Uitdroging zorgt ervoor dat er veel histamine wordt aangemaakt. Histamine zorgt er voor dat er minder water het lichaam kan verlaten. Dat gebeurt onder andere door de bronchiolen in de longen te versmallen, zodat er minder waterdamp tijdens het uitademen uit de longen ontsnapt. Dit heeft bijvoorbeeld ook een verhoogde kans op astma tot gevolg. In een lichaam dat van voldoende water wordt voorzien is histamine normaliter in balans. Voor een uitgedroogd lichaam geldt water als histamineremmer.
Een studie (Sikoglu et al.) heeft aangetoond dat kinderen en tieners tijdens een manische periode een tekort hebben aan vitamine D3. Het toedienen van supplementen heeft tot een significante (aantoonbare) afname van de de manische symptomen geleid. Vitamine D wordt , als er zonlicht op valt, in de huid aangemaakt. Ook zit vitamine D in bijvoorbeeld vette vis en zuivel.

Ontlokkende factoren

Manische episoden kunnen optreden na een stressvolle gebeurtenis of blootstelling aan heftige prikkels, veranderingen in het circadiane (24-uurs) ritme, doorwaakte nachten, een jetlag, na blootstelling aan hitte, kou, (kunstmatig) zonlicht, of door een verandering (of stopzetting) van de onderhoudsmedicatie (zoals lithium, depakine en lamotrigine). Stemmingsepisoden kunnen ook worden uitgelokt door een lichamelijke ziekte (veroorzaakt lichamelijke stress), of het gebruik van alcohol, drugs en/of geneesmiddelen.

Alcohol verandert de manier waarop het lichaam omgaat met stress en heeft een histamine-verhogend effect. Het kan de hoeveelheid van het stresshormoon cortisol verminderen. Daar tegenover staat dat alcoholgebruik iemands reactie op stress kan verergeren. Daarbij ontstaan lichamelijke stressreacties. Stress zorgt, zoals eerder aangegeven, voor de aanmaak van de stresshormonen cortisol, adrenaline, noradrenaline en de hormonen endorfine en ACTH. Veranderingen in het 24-uurs ritme, doorwaakte nachten, een jetlag en (kunstmatig) zonlicht beïnvloeden onze biologische klok, oftewel de nucleus suprachiasmaticus (een kleine groep zenuwcellen in de hypothalamus), dat via zenuwverbindingen verbonden is met lichtgevoelige cellen in ons oog. Onze biologische klok regelt dagelijkse lichaamsritmes zoals hormoonniveaus (onder andere cortisol en het 'slaap-hormoon' melatonine), lichaamstemperatuur, slaap-waak cycli, alertheid en stemming. De hypothalamus is een onderdeel van de hersenen en speelt een cruciale rol bij 'overlevingsgedrag', zoals eten, vechten, vluchten en seks. Daarnaast speelt de hypothalamus ook een belangrijke rol bij de temperatuurregeling.

Meten is weten

Op basis van mijn bevindingen, heb ik in 2012 een afspraak gemaakt met de huisarts. Hij gaf aan dat ik dit beter kon kortsluiten met mijn behandelend psychiater. Bij de psychiater werd mijn verzoek om mij te laten testen op een histamine-intolerantie helaas niet serieus genomen. Daarom besloot ik zelf maar op zoek te gaan naar een arts/ instelling die deze test uit kon voeren. Ik ben uiteindelijk terecht gekomen bij de heer Hobo (natuurgeneeskundig therapeut in Hoofddorp). Hij heeft mijn vermoedens bevestigd en geconstateerd dat ik last heb van een histamine-intolerantie. Ook is gebleken dat ik allergisch ben voor zuivelproducten (lactose-allergie), hetgeen ook zorgt voor de stijging van het histaminegehalte. Op basis van de uitslagen van verschillende bloedtesten is bij mij geen vitaminetekort (D3, B6, B11, B12) vastgesteld. Op een mogelijk omega-3 of zinktekort, en een te hoog koper-gehalte, heb ik mij niet laten testen.

Het is in mijn ogen raadzaam om mensen direct na het stellen van de diagnose 'bipolair' te testen op mogelijke biochemische oorzaken, en de resultaten hiervan mee te nemen in de behandeling, maar dit is (helaas nog) niet gebruikelijk in de psychiatrie:

1. Regulier bloedonderzoek (bijvoorbeeld bij pro health in Weert). Testen op:

  • Ontstekingen (bloedtest)
  • Schildklierafwijking (bepaling TSH, T3 en T4)
  • Ondermethylering (bepaling calcium, magnesium, methionine, pyrrol, foliumzuur en vitamine B6)
  • Histadelie (bepaling DAO)
  • Foliumzuurtekort (bepaling vitamine B11 en B12)
  • Oxidatieve stress (bepaling MDA, zink, vitamine B6)
  • Te hoge koper-waarde
  • Vitamine D3 tekort

 2. Onderzoeken op mogelijke voedselintoleranties en allergieën (gluten, biogene amines, zuivel, etc.). Testen kan onder meer bij sommige natuurgeneeskundige therapeuten, maar ook bijvoorbeeld bij pro health (te Weert).

3. Onderzoeken of 'de patiënt' leidt aan een auto-immuunziekte, of last heeft (gehad) van het herpesvirus.

4. Stress is objectief meetbaar met apparatuur. Bijvoorbeeld via de Heart Rate Variability-test (of HRV-test).
Als blijkt dat er geen lichamelijke (biochemische) oorzaken ten grondslag liggen aan een verstoorde hormoonhuishouding, maar er wel sprake is van objectief gemeten stress in het lichaam, dan is het, mijns inziens, verstandig om in te zoomen op mogelijke psychologische oorzaken van ontremde gedragingen, en (onverwerkte) emoties, heftige gebeurtenissen en eventueel opgelopen trauma's in kaart te brengen.

Tenslotte is het verstandig om (eventuele) lichamelijke klachten inzichtelijk te maken en (proberen) te relateren aan stress, voedselintoleranties (histamine) en gevoeligheden en allergieën (zuivel en gluten), een schildklierafwijking, vitamine D3, vitamine B6, vitamine B11 en vitamine B12 tekorten, of aan oxidatieve stress, foliumzuurtekort, zinktekort of koperoverschot.

Omdat bij mij sprake is van een histamine-intolerantie, focus ik mij hier alleen op de lichamelijke klachten die met een te hoog histaminegehalte gepaard (kunnen) gaan:

  • Hartritme stoornissen (extra slagen van het hart en/of een onregelmatige hartslag)
  • Ademhalingsproblematiek (loopneus, verstopte neus, verkoudheid, kortademigheid, hooikoorts en/of astma)
  • Huidklachten (rode vlekken, eczeem, netelroos en algehele jeuk)
  • Hoofdpijn (migraine en/of duizelingen)
  • Buikklachten (diarree, constipatie, prikkelbaar darmsyndroom, brandend maagzuur, darmkrampen, opgeblazen gevoel en opgezette buik)
  • Branderige en jeukende ogen

Ik ben chronisch verkouden, heb (had) regelmatig heftige hoofdpijn, mijn ontlasting is slecht, en soms word ik gek van branderige en jeukende ogen. De oorzaak van deze lichamelijke klachten lijkt nu voor de hand te liggen.

 

Conclusie

De specialistische inzichten uit de orthomoleculaire geneeskunde, endocrinologie, immunologie, natuurgeneeskunde, neurobiologie en klinische psychiatrie en psychologie leiden tot meer inzicht in hoe het het ‘neuro-immuno-endocriene systeem’ (systeem waarbij hersenen, immuunsysteem en hormonen samenhangen) functioneert, waardoor inzichtelijk kan worden gemaakt welke (biochemische) oorzaken ten grondslag liggen aan 'bipolaire ontremmingen'. Ik hoop van harte dat deze kennis een plekje krijgt in de richtlijn bipolaire stoornissen, waardoor de onderliggende oorzaken van de bipolaire stoornis kunnen worden aangepakt, en zo het gebruik van onderhoudsmedicatie een minder prominente rol bij de behandeling van de bipolaire stoornis gaat spelen.

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb